Hoe goed wordt er op de kinderafdelingen van Nederlandse ziekenhuizen gewogen en gemeten?
Sinds 2008 registeren ziekenhuizen in het kader van de kwaliteitsindicatoren van de IGZ de percentages kinderen die bij opname worden gescreend op ondervoeding en de percentages kinderen die op de 4de opname dag een adequate inname hebben. Maar hoe vinden de professionals zelf dat het signaleren van ondervoeding verloopt? Welke knelpunten ervaren kinderartsen, diëtistes en verpleegkundigen bij de screening op en behandeling van ondervoeding?
Uit de enquête, waaraan bijna 90% van alle kinderafdelingen heeft deelgenomen, blijkt dat de instellingen die hoog of laag scoren op de kwaliteitsindicatoren niet per definitie de instellingen zijn waar respectievelijk de beste of slechtste zorg wordt geleverd. Zo zijn er instellingen die door het ontbreken van een goed functionerend EPD laag scoren op het percentage gescreende kinderen, maar waar het signaleren van ondervoeding uitstekend verloopt. Als belangrijkste knelpunten voor adequaat signaleren en behandelen worden genoemd hoge werkdruk, gebrek aan automatisering en het ontbreken van goede behandelrichtlijnen. Tenslotte ontbreken er heldere procedures voor het ontslag van ondervoede kinderen waardoor er ondervoede kinderen zonder follow-up naar huis gaan. Naar aanleiding van de resultaten werkt de sectie kinderen aan een behandelprotocol voor ondervoeding. Naar verwachting zal dit protocol eind 2016 op deze website gepubliceerd worden. Verder wordt in samenwerking met de IGZ een ontslag indicator ontwikkeld.
Lees hier alle resultaten van de enquête onder alle kinderafdelingen in Nederland.