Prevalentie ondervoeding
De prevalentie van ondervoeding is in alle sectoren van de Nederlandse gezondheidszorg hoog. Gemiddeld is één op de vier tot vijf patiënten in ziekenhuizen, zorginstellingen en de thuiszorg ernstig ondervoed. Risicogroepen voor ondervoeding zijn kwetsbare ouderen, chronisch zieken, oncologische patiënten, patiënten die een grote operatie ondergaan en patiënten met een ernstig trauma. Bij de interpretatie van de prevalentiemeting is het goed te realiseren dat ze gebaseerd zijn op verschillende sets van criteria. Deze zijn in onderstaande figuren vermeld.
Zorginstellingen
Sinds 2004 wordt in Nederland elk jaar de prevalentie van ondervoeding gemeten als onderdeel van de Landelijke Prevalentiemeting Zorgproblemen . Bij LPZ is sprake van ondervoeding wanneer er sprake is van minimaal één van de volgende twee criteria: Een BMI (Body Mass Index) kleiner dan 18,5 (cliënten van 65 jaar en ouder een BMI ≤ 20,0 kg/m2); Onbedoeld gewichtsverlies van meer dan 6 kg in de laatste 6 maanden of meer dan 3 kg in de laatste maand. Een overzicht van actuele prevalentiecijfers volgens de LPZ zijn te hier vinden.
Prevalentie ondervoeding in Nederland 2004-2015, LPZ (TZ=Thuiszorg, WZW= Woon Zorg Welzijn instellingen)
Gebruikte criteria: Een cliënt is ondervoed als hij of zij voldoet aan één van de volgende twee criteria: Een BMI (Body Mass Index) kleiner dan 18,5 (cliënten van 65 jaar en ouder een BMI ≤ 20,0); onbedoeld gewichtsverlies van meer dan 6 kg in de laatste 6 maanden of meer dan 3 kg in de laatste maand.
Ziekenhuizen
In 2016 is door de Stuurgroep Ondervoeding en de Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD) de screeningsresultaten (SNAQ en MUST) bij opname van 564.063 patiënten uit dertien ziekenhuizen over de periode van 2007 tot 2015 geanalyseerd. 14 tot 15% van de patiënten heeft op een eerste opnamedag de screeningsuitslag “ondervoed”. Dit percentage varieert per medisch specialisme van 2 tot 38%. Bij patiënten van de specialismen geriatrie (38%), oncologie (33%), gastro-enterologie (27%) en interne geneeskunde (27%) is de prevalentie van de screeningsuitslag “ondervoed” het hoogst.
Prevalentie bij opname van screeningsuitslag ondervoed per medisch specialisme. Gebruikte criteria: SNAQ en MUST score ondervoed
Thuiswonende ouderen
De prevalentie van ondervoeding in de thuissituatie is weinig onderzocht. Janneke Schilp heeft in 2012 een grote groep thuiswonende ouderen gescreend met de SNAQ65+. 30-40% van de thuiswonende ouderen met thuiszorg had een rode SNAQ65+ score. Bij de thuiswonende ouderen die bij de huisarts kwamen voor een griepprik en in het LASA cohort van thuiswonende ouderen (Longitudival Aging Study Amsterdam) steeg de prevalentie van een rode SNAQ65+ score met de leeftijd tot een prevalentie van 20% in de oudste leeftijdsgroep.
Screeningsuitslag ondervoed volgens SNAQ65+ Thuiszorg n=814, huisartspraktijk n=1878, LASA n=1267
Kinderen
Uit verschillende studies (waaronder Joosten, 2010) blijkt dat bij opname in het ziekenhuis 6-14% van de kinderen ondervoed is. In Nederland is ongeveer 10% van de kinderen bij opname in het ziekenhuis ondervoed. Tijdens opname neemt het aantal kinderen met ondervoeding toe en ligt de prevalentie van ondervoeding rond de 19%. Helaas zijn er geen actuele data bekend van de prevalentie van ondervoeding bij kinderen in de eerstelijnszorg.