Prevalentie en overleving in drie sets van criteria voor ondervoeding
The European Society for Clinical Nutrition and Metabolism (ESPEN) stelde in 2015 nieuwe criteria voor de definitie van ondervoeding voor. (zie toolkit terminologie ondervoeding)
Anne Lieke Rondel (diëtist VUmc) paste drie sets van criteria voor ondervoeding toe op een groep van 335 ziekenhuispatiënten. De drie sets van criteria waren:
- De tot nu toe meest gebruikte criteria voor ondervoeding: >5% gewichtsverlies in de laatste maand en / of > 10% gewichtsverlies in de laatste 6 maanden en/of een lage BMI (<18.5 (<65 jr) of <20 (>65 jr))
- De ESPEN criteria:
- BMI < 18.5
- OF > 10% gewichtsverlies (geen tijdspanne gedefinieerd) of > 5% gewichtsverlies in de laatste 3 maanden EN BMI <20 (70 jr) of <22 (>70 jr)
- OF > 10% gewichtsverlies (geen tijdspanne gedefinieerd) of > 5% gewichtsverlies in de laatste 3 maanden EN VVMI <15 kg/m2 voor vrouwen en <17 kg/m2 voor mannen.
- De ESPEN criteria zonder het VVMI criterium:
- BMI < 18.5
- OF > 10% gewichtsverlies (geen tijdspanne gedefinieerd) of > 5% gewichtsverlies in de laatste 3 maanden EN BMI <20 (,70 jr) of <22 (>70 jr)
De verschillen in prevalentie ondervoeding volgens deze drie sets van criteria voor ondervoeding zijn groot. Van de 335 patiënten voldeden 90 patiënten (27%) aan set 1, 49 (15%) aan set 2 en 36 (11%) aan set 3.
De drie sets van criteria voor ondervoeding zijn ook vergeleken wat betreft overleving. De patiënten met ondervoeding volgens criteria 1 en 2 hadden een slechtere overleving na drie maanden. De patiënten met ondervoeding volgens criteria 2 en 3 hadden een slechtere overleving na 1 jaar.
In de komende maanden zullen er meer soortgelijke analyses in andere patiëntengroepen gepubliceerd worden.