Screening op acute ondervoeding bij kinderen in de kliniek gaat goed! Het percentage kinderen dat op de 4e dag van ziekenhuisopname een adequate voedingsinname heeft blijft achter.
Ondervoeding in de Nederlandse ziekenhuizen; de resultaten van de kwaliteitsindicatoren ondervoeding 2016 (kinderen).
Vroege herkenning en behandeling van ondervoeding is onderdeel van goede zorg. Daarom vraagt de Inspectie voor de Gezondheidszorg jaarlijks aan de ziekenhuizen om de volgende gegevens te verzamelen:
- Het percentage kinderen dat bij opname gescreend is op acute ondervoeding.
- Het percentage kinderen dat bij opname geclassificeerd is als acuut ondervoed.
- De naam van het screeningsinstrument dat wordt gebruikt om het risico op ondervoeding te bepalen bij kinderen.
- Het percentage acuut ondervoede kinderen dat op de 4 dag van opname een adequate inname heeft van energie en eiwit.
Screening op ondervoeding
Screening op acute ondervoeding bij kinderen in de kliniek gaat goed!
Concluderend is te stellen dat:
- Voor de eerste keer sinds 2008 álle deelnemende ziekenhuizen kinderen bij opname systematisch screenen op acute ondervoeding
- Het percentage kinderen dat bij opname wordt gescreend op acute ondervoeding gestaag jaarlijks doorstijgt sinds 2008 (79,5% in 2016 tegenover 22% in 2008).
- Het percentage kinderen met de screeningsuitslag ‘ondervoed’ sinds drie jaar stabiel blijft (6.8% in 2016 tegenover 6.5% in 2015 en 6.9% in 2014).
- De meerderheid van de ziekenhuizen (85%) gebruik maakt van het screeningsinstrument ‘STRONGkids’ om te screenen op het risico op ondervoeding.
Aandachtspunt voor het werkveld is het verschil tussen het screenen op acute ondervoeding en het screenen op het risico op ondervoeding. Om te screenen op het risico op ondervoeding adviseert de Stuurgroep Ondervoeding de ‘STRONGkids’ te gebruiken. Om acute ondervoeding vast te stellen worden op basis van gewicht en leeftijd (28 dagen – 1 jaar) of gewicht en lengte (1-18 jaar) de SD-score bepaald. Een hoog risico op ondervoeding volgens de STRONGkids is niet hetzelfde als acuut ondervoed zijn.
Klik hier voor de resultaten Kwaliteitsindicator ‘Screening op ondervoeding bij in de kliniek opgenomen kinderen’ 2016
Behandeling van ondervoeding
Alhoewel de screening op acute ondervoeding bij kinderen in het ziekenhuis goed gaat, blijft het percentage kinderen dat op de 4e dag van ziekenhuisopname een adequate voedingsinname heeft achter.
Concluderend is te stellen dat:
- Het aantal ondervoede kinderen dat op de 4e dag van opname voldoende inname van eiwit heeft daalt van 75,5% in 2013 naar 61,5% in 2016. De norm van de Stuurgroep Ondervoeding wordt wel behaald.
- Het aantal ondervoede kinderen dat op de 4e dag van opname voldoende inname van energie heeft daalt van 72,8% in 2013 naar 57,4% in 2016. De norm van de Stuurgroep Ondervoeding wordt niet behaald.
- Het opvalt dat het percentage ondervoede kinderen dat op de 4e dag nog is opgenomen de laatste zeven jaar stijgt van 8% in 2010 naar 31% in 2016.
Klik hier voor de resultaten Kwaliteitsindicator ‘Behandeling van ondervoeding bij in de kliniek opgenomen kinderen’ 2016
Nadruk op transmurale overdracht
Met de landelijke aandacht voor het signaleren van ondervoeding bij zieke kinderen is het percentage kinderen met acute ondervoeding bij opname in het ziekenhuis gedaald van 9% in 2008 naar 7% in 2014, 2015 en 2016. Er wordt de laatste jaren dus geen verdere daling gezien. Het ondervoedingsprobleem ontstaat vaak in de periode vóór opname. Bovendien is door de steeds korter wordende ligduur de periode tijdens opname (te) kort om ondervoeding effectief te behandelen. Verschuiving van de ondervoedingszorg naar de polikliniek is een logische en noodzakelijke stap. In de nabije toekomst zal moeten worden nagedacht hoe de overdracht vanuit het ziekenhuis naar de poliklinische setting kan worden verbeterd.